leunen op

werkw.
Uitspraak:  [ˈlønə(n) ɔp]
Vervoegingen:  leunde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geleund op (volt.deelw.)

afhankelijk zijn van (iets of iemand)
Voorbeelden:  `als je oud bent erg op je kinderen leunen`,
`De meeste blogs leunen sterk op de traditionele media en bevatten weinig origineel nieuws.`


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van leunen op?
De verleden tijd van leunen op is 'leunde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geleund op'.
Wat betekent leunen op?
'afhankelijk zijn van (iets of iemand)'
Hoe spel je leunen op?
leunen op spel je L E U N E N Spatie O P

Op andere websites
Zoek leunen op op Woordenlijst.org
Zoek leunen op op Google
Zoek leunen op op Wikipedia